Is het nodig om mijn vogel te ontwormen?
Om deze vraag te beantwoorden is het belangrijk dat je weet wat de risico’s van wormen bij je vogel zijn, welke wormen er voorkomen, hoe je vogel besmet kan raken en hoe je een wormbesmetting kunt herkennen.
Welke wormen komen voor bij (volière)vogels en sierpluimvee?
- Haarwormen (Capillaria sp.) kunnen overal in het darmstelsel van de vogel voor komen, van de krop tot aan de blinde darm. Ze zien eruit als haren en zijn nauwelijks zichtbaar in de ontlasting. Als een vogel besmet raakt kunnen ze ontstekingen en verdikkingen in maag en darmen veroorzaken. Hierdoor wordt voeding niet goed opgenomen en verzwakt de vogel in veel gevallen.
- Spoelwormen (Ascaridia galli) bevinden zich vooral in de dunne darm, maar kunnen ook op andere plekken in het maagdarmstelsel aanwezig zijn. De larven van deze wormen dringen het slijmvlies van de darm binnen, beschadigen het weefsel en veroorzaken bloedverlies. Jonge vogels zijn vaak gevoeliger voor een besmetting dan volwassen dieren.
- Lintwormen (Railietina spp) komen in mindere mate voor. De reden hiervoor is dat lintwormen vaak een tussengastheer nodig hebben zoals kevers of slakken om een vogel te besmetten. Wanneer vogels langere tijd besmet zijn kan dat leiden tot verminderde groei, vermagering en zwakheid. Tussen de soorten lintwormen zijn er verschillen in schadelijkheid en bij ernstige infecties kunnen de wormen ontstekingen van het darmslijmvlies veroorzaken op de plaats waar de lintworm zich aanhecht.
- Gaapwormen (Syngamus trachea) Hoenderachtigen zoals fazanten kunnen ook besmet raken met gaapwormen. Deze worm zet zich vast in de luchtpijp van de vogel en zorgt ervoor dat ademhalen lastig is. Zonder behandeling verzwakt en vermagert het dier. Het lijkt net of besmette vogels hoesten, ze zitten vaak bol en happen naar adem. Zonder behandeling kan het besmette dier sterven.
Hoe raakt je vogel besmet met wormen en hoe kun je besmettingen voorkomen?
Een vogel kan op verschillende manieren geïnfecteerd raken. In het verblijf kan de vogel in aanraking komen met bodembedekking en/of mest waarin zich wormeieren kunnen bevinden. Deze eieren worden via snavel of inademen opgenomen. Andere wormen hebben een tussengastheer, zoals slakken of insecten, nodig om zich te verspreiden. Door het eten van een tussengastheer kan een vogel dus ook besmet raken.
Door een goede hygiëne zorg je voor een lagere infectiedruk en is je vogel ontwormen minder vaak nodig. Door regelmatig de bodembedekking te verversen, verwijder je eventuele wormeieren die zijn uitgescheiden door besmette vogels. Besmettingen in de aarde van een buitenverblijf zullen moeilijk te verwijderen zijn en daarom kan bij buitenvolières periodiek ontwormen een goede methode zijn om wormbesmettingen onder controle te houden. Door zitstokken, nestkastjes, tralies, etc. regelmatig schoon te maken met bijvoorbeeld Beaphar Multi-Reiniger, worden mestresten met daarin wormeieren verwijderd en voorkom je grootschalige besmettingen.
Een goede kwalitatieve voeding zorgt ervoor dat een vogel voldoende vitaminen en mineralen binnenkrijgt. Zo heeft een vogel met een tekort aan vitamine A minder weerstand tegen een worminfectie. Dus naast preventieve maatregelen om besmettingen terug te dringen, kan je je vogels ook beschermen door te zorgen voor een uitgebalanceerd dieet. Meer informatie over voeding voor je vogel, lees je in ons blog "Voeding & Snacks voor je vogel".
Hoe kun je een wormbesmetting herkennen?
De beste manier waarop je een wormbesmetting kunt aantonen is het uitvoeren van een mestonderzoek. Hiermee kun je bepalen of en met welke wormsoorten je vogels besmet zijn. Wormen zijn zelden met het blote oog zichtbaar in de ontlasting of bij de vogel zelf.
Besmette dieren verzwakken vaak, doordat hun voeding minder goed wordt opgenomen. Bij een besmetting met de gaapworm zullen er problemen zijn met de ademhaling. Spoelworminfecties zullen eerder bij jonge vogels problemen veroorzaken dan bij volwassen vogels. Wanneer vogels plotseling, vermageren, afwijkende (minder vaste) ontlasting krijgen, kan dat een indicatie zijn dat er een wormbesmetting aanwezig is. Is je vogel erg verzwakt of is er sprake van bloederige ontlasting dan is het verstandig eerst een dierenarts te raadplegen voor je gaat ontwormen.
Wanneer moet ik mijn vogel ontwormen?
- Na een (periodiek) mestonderzoek wordt bij de uitslag van het onderzoek vaak een advies gegeven of je je vogel moet ontwormen
- Wanneer dit onderzoek niet is uitgevoerd, maar je symptomen (afwijkende ontlasting, dikzitten, etc.) ziet zoals hierboven omschreven, kan een behandeling de eventueel aanwezige worminfectie aanpakken.
- Nieuwe vogels voor zij bij de andere vogels gezet worden
- Voor het kweken. Wanneer je met je vogels kweekt wordt geadviseerd om de vogels te ontwormen voor de kweek. Daarnaast is het zeer belangrijk alle materialen zoals nestkastjes, nestmateriaal, bodembedekking en andere materialen waarmee de vogels in aanraking komen te ontsmetten. Op deze manier kun je de jonge vogels optimaal tegen spoelwormen beschermen.
Hoe moet ik mijn vogel ontwormen?
Met Beaphar Wormmiddel kun je worminfecties bij volièrevogels en sierpluimvee bestrijden. Je kunt het middel eenvoudig te doseren door het drinkwater (Beaphar Wormmiddel 100ml) of met een pipet rechtstreeks in de bek van je vogel geven (Beaphar Wormmiddel 10ml). Voor beide producten geldt dat de behandeling na 14 dagen herhaald wordt.
Met Beaphar Anti-Parasiet kun je met een pipet in de nek je vogel met een eenmalige behandeling ontwormen.