Lintworm bij hond en kat, alles wat je moet weten
Er komen verschillende soorten lintwormen voor bij hond en kat die wel 85 cm lang kunnen worden. Over het algemeen zijn het dunne wormen die bestaan uit een kop en segmenten, zogenaamde proglottiden, die wanneer de worm volwassen is tienduizenden eitjes bevatten. De lintworm zet zich vast met zuignappen en haken in de darmwand en eet mee met zijn gastheer. Wanneer de eitjes volgroeid zijn laat een segment zich los en verlaat het lichaam. Lintwormen bij hond en kat zijn zelden zichtbaar, maar wat wel wordt aangetroffen zijn “rijstkorrels” in de vacht rond de anus. Dit zijn de afgebroken segmenten, met eitjes, die in de vacht zijn blijven hangen.
Soorten lintwormen
In Nederland zijn er verschillende soorten lintwormen die honden en katten kunnen besmetten. De hondenlintworm (Dipylidium caninum) is de meest voorkomende soort lintworm bij hond en kat. Deze wormsoort heeft de vlo als tussengastheer. De larven van de vlo eten de eitjes van de worm op en wanneer besmette vlooien worden opgelikt, zorgen ze meteen voor een infectie.
De kleine hondenlintworm (Echinococcus granulosus) en de vossenlintworm (Echinococcus multilocularis) zijn kleine lintwormsoorten die zich in de dunne darm van met name honden vestigen. Bij katten komen deze soorten nauwelijks voor.
Taenia lintwormen bij honden en katten ontwikkelen zich met name wanneer prooidieren gegeten worden, bijvoorbeeld muizen of konijnen. Deze dieren zijn bekende tussengastheren voor deze specifieke soorten. Ook kunnen Taenia besmettingen ontstaan door het eten van onvoldoende verhit of rauw vlees.
Hoe raakt je hond of kat besmet met lintwormen?
Besmettingen met lintwormen bij hond en kat verlopen via een tussengastheer, bij de hondenlintworm is dat de vlo. Doordat vlooienlarven eitjes van lintwormen eten, zijn veel volwassen vlooien besmet. Honden en katten die vlooien oplikken lopen daarom vaak een lintworminfectie op. Taenia lintwormsoorten hebben vaak prooidieren zoals muizen en konijnen als tussengastheer. Honden die ingezet worden voor de jacht, of katten die muizen vangen, moeten daarom regelmatig ontwormd worden.
Kun je zelf ook besmet raken met lintwormen?
Mensen kunnen ook besmet raken, doordat vanuit de omgeving de eitjes opgenomen kunnen worden. Bijvoorbeeld doordat je hond of kat je likt, tuinieren of het eten van voeding die niet goed verhit of gewassen is. In het menselijk lichaam kunnen zich dan de tussenvormen van de lintworm zich ontwikkelen. In de meeste gevallen is dat niet gevaarlijk, maar met name de vossenlintworm kan de lever aantasten en veel schade veroorzaken. Regelmatig ontwormen van huisdieren, een goede hygiëne en het goed wassen en bereiden van voedsel zijn daarom belangrijk om lintworminfecties bij jezelf en je gezin te voorkomen.
Is een lintworm gevaarlijk bij je hond of kat?
In de meeste gevallen is een lintworm bij hond en kat niet direct schadelijk. Maar de segmenten met daarin de eitjes, veroorzaken wel veel jeuk bij de anus van het dier. In sommige gevallen kunnen er maag en of darmklachten ontstaan of kan een dier vermageren.
Hoe voorkom je dat je hond of kat lintwormen krijgt?
Je kunt een besmetting nooit helemaal voorkomen, maar door preventief te behandelen tegen vlooien, wordt de kans een stuk kleiner. Probeer daarnaast om contact met prooidieren te voorkomen (bijvoorbeeld muizen of konijnen). Indien je rauw vlees voert aan je hond of kat, zorg er dan voor dat dit minimaal een week bij -20˚C wordt bewaard. Op deze manier worden eventuele tussenstadia van de lintworm die in het vlees aanwezig kunnen zijn gedood.
Behandeling tegen lintwormen
Bij een vlooienbesmetting is het belangrijk om ook te ontwormen met een wormmiddel dat tegen lintwormen bij hond en kat werkt. Hiervoor kun je bijvoorbeeld Milquestra gebruiken. De vlooienbesmetting zelf, dient ook direct aangepakt te worden. Bekijk daarvoor het stappenplan vlooienbestrijding.
Ook wanneer je “rijstkorrels” aantreft in de vacht van je hond of kat, in de buurt van de anus, is het zeer waarschijnlijk dat je huisdier een lintworminfectie heeft. Ook dan is het belangrijk om zo snel mogelijk een wormmiddel toe te dienen.